
Expositie/ Boekpresentatie
Museum Bronbeek 8 maart t/m 17 augustus 2019
Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek
Landgoed Bronbeek
Velperweg 147
6824 MB Arnhem
Parkeren:
Je kan gratis parkeren op landgoed Bronbeek.
Tabeh Sobat is een samenwerkingsproject van de broers Melle Wachtmeester (1950, oud-journalist) en Gerrie Wachtmeester (1957, kunstschilder). Het omvat een tentoonstelling van 12 schilderijen (80 x 120 cm) gebaseerd op fotootjes (8 x 4 cm) uit het album van hun vader Aaldert (Ale) Wachtmeester geschilderd door Gerrie, waarbij in full-color een brochure van 32 pagina's met begeleidende teksten wordt uitgegeven. Melle schreef een 268 pagina’s tellend boek met een samenvattende transcriptie van de 362 brieven die hun vader heeft geschreven aan zijn jonge vrouw, voorzien van een inleiding en een persoonlijk nawoord van Melle's hand. Het boek bevat tientallen fotootjes, waaronder uiteraard de twaalf waarvan schilderijen zijn gemaakt. Voorts zijn er brieven, foto's en objecten van Ale te zien uit zijn militaire tijd in Indonesië.
Ale Wachtmeester (1922- 2007) meldde zich een maand na de bevrijding aan als oorlogsvrijwilliger (OVW-er) bij 1-1 Regiment Infanterie, beter bekend als "de Ramskoppen". Een Drentse jongeman die in januari 1946 naar Indonesië vertrekt. Voor vertrek trouwt hij met de dienstbode Ypkje Renske Vleer (1923) die vlak daarna zwanger blijkt te zijn, Ale zal zijn zoon pas zien als deze 2 jaar oud is.
Van het bataljon kwamen 24 mannen om, die begraven liggen op de erevelden van Indonesië.
Het boek is te koop in Museum Bronbeek voor: 10 euro ( bij aankoop boek is de brochure daar gratis )
Bestellen boek plus brochure: 15
euro ( incl. verzendkosten )
Vermeld bij onderwerp: Bestelling Tabeh Sobat
In de mail: het aantal plus volledige naam en adres met postcode.
Hieronder de omslagen, naast korte citaten uit boek en brochure, plus de schilderijen.
I- Appèl op de Nieuw Amsterdam Februari 1946
Aaldert: "Om negen uur hadden we appèl op het achterschip en kregen we een kininepilletje te slikken. Dat zal nu elke dag gebeuren. We lopen tot de middag op leren schoenen omdat het dek 's morgens geschrobd en dan nog nat is. Na de middag moeten we op gymnastiekschoenen lopen omdat we ijzers onder de andere schoenen hebben en dan heeft het dek te veel te lijden".
Gerrie: "Ik heb getracht al de mannen van de heenreis als individuen te schilderen. De nageschilderde fotovlekken, waardoor je sommige mannen niet goed kunt zien, symboliseren dat er 24 niet thuis zijn gekomen. Hierbij dacht ik aan de beroemde zin: "Old soldiers never die, they simpley fade away".
5- Begrafenis van Wolf december 1946
Aaldert: "Eén carrier van ons kwam in de sloot en kon er niet weer uitkomen. Wolf en van Beek moesten toen vooruit om te verkennen. Toen ze het weggetje een vijftig meter gevolgd hadden, kregen ze vuur van een zware mitrailleur. Ze schoten Wolf de bren uit handen en Wolf zelf werd getroffen in een slagader onder de arm en was op slag dood, want de extremisten schoten met dum-dum kogels en die slaan gaten als een hand zo groot".
Gerrie: "Ik heb de vrouwen achter het hek benadrukt. Zij symboliseren het thuisfront. De palmbomen heb ik als kruizen geschilderd. De rode baan van de Nederlandse vlag is toegevoegd en ze lopen met de kist van het licht naar het duister".
6- De Mortiergroep februari 1947
Aaldert: "Ik schreef al over die aanval op 15 februari, toen ongeveer 200 man om ons kamp zaten. Op die plaats waar ik met mijn mortier geschoten heb, vonden we die twee lijken vlak bij elkaar. Dus die zijn door mij gedood. Dit zijn de eersten dan ook dat ik met zekerheid kan zeggen dat ik ze gedood heb. Bij de eerste aanvallen in de eerste nachten zijn er ook wel doden gevallen door onze mortiertjes maar dat hebben we niet kunnen vaststellen omdat ze toen hun doden hebben meegenomen".
Gerrie: "Op Oudjaarsdag schilderde ik in mijn atelier aan dit werk met alle andere schilderijen om me heen. Ik kon me optimaal inleven in het dagboek van mijn pa, helemaal toen het vuurwerk losbarstte en onder mijn balkon op mortierbuizen lijkende vuurpijlen werden afgeschoten".
7-Patrouille langs de sawa's februari 1947
Aaldert: "Dinsdagmorgen moest ons peloton al weer op patrouille. Vredeveld of Piet Kraal gaan steeds voorop als verkenners en dat is hen wel toevertrouwd. Zij lopen dan ongeveer 30 meter voor de patrouille aan. Tussen iedere man is dan drie tot vijf meter en zo komen we als ganzen achter elkaar aan. Als je eens zag hoe ieder aan de grond ligt als de verkenner maar even een beweging maakt met zijn hand, als hij denkt dat hij wat ziet".
Gerrie: "Op dit schilderij loopt op de voorgrond mijn held en stoere pa. Ik heb met plezier aan dit schilderij gewerkt omdat ik daarmee terug dacht aan allerlei heldenmomenten van mijn vader in mijn eigen jeugd".
8-Vertrek uit Mariëndal mei 1947
Aaldert: "Woensdagavond was er cabaret in onze kantine in de stad en uit Mariëndal mochten 11 man weg en daar was ik ook bij. Het programma was net begonnen en toen riep de kapitein dat alle militairen uit Mariëndal zich direct voor de kantine moesten verzamelen, omdat het kamp onder vuur lag en daar maar achttien man meer waren. Het vuur is niet erg geweest maar ze wisten niet wat nog kon komen en daarom zijn we direct maar teruggegaan".
Gerrie: "Voor mij symboliseert dit schilderij de aanloop naar de grote 1e politionele actie. Ik schilderde een wolkenlucht die aan het betrekken is boven de jongens, in tegenstelling tot de in werkelijkheid strak blauwe lucht op de foto".
9-Bestorming brug mei 1947
Aaldert: "Op 500 meter van de vijandelijke stelling moesten we om een bocht en zodra we de stelling zagen, opende we al rijdend het vuur. De twee voorste carriers reden naast elkaar en vuurden met drie brens op de stelling die achter een brug lag. Ik vuurde met mijn mortier over de voorste carriers heen en over de patrouille die links van de weg lag. Toen wij naast de patrouille waren zijn we gestopt en vuurden steeds op de stelling. De carriers konden niet over de brug omdat het hout in brand was geweest. De patrouille stoof op de stelling af. Ze maakten twee mitrailleurs, een geweer, een landmijn en een klewang buit".
Gerrie: "Vlak voor dat deze foto genomen is had mijn vader mortiergranaten gegooid op de stelling achter de brug. De foto is niet scherp en ik heb bewust onscherp geschilderd om een spannende dynamiek op te roepen".
10- Evacuatie van Petoembah juli-augustus 1947
Aaldert: "Ons bataljon zit nu in Arnhemia en het bevalt de jongens daar best. Ze werden met gejuich begroet door de Chinezen en de inlanders komen ook reeds weer terug. De extremisten hebben, toen ze zich terugtrokken, de huizen van de Chinezen in brand gestoken".
Gerrie: "Ze waren immers gekomen voor orde en rust. Bij ons thuis hingen krissen boven de schoorsteenmantel. Ik vond het maar enge dingen maar heb gelezen dat voor de Indië-veteranen deze krissen soms symbool stonden voor hun zwijgen. Gelukkig had mijn pa geen oorlogstrauma's".
11- Verwoestingen in Deli toea juli-augustus 1947
Aaldert: "Deli toea is grotendeels door extremisten in brand gestoken. In de kampongs worden burgerwachten gevormd tegen de extremisten. Een Rode Kruis-team gaat twee keer in de week naar Deli toea even voorbij Mariëndal om de inlanders medische hulp te verlenen. De eerste keer hadden ze driehonderd patiënten, de tweede keer vijfhonderd en dinsdag hadden ze zevenhonderd te behandelen. Dus je kunt zien dat er steeds meer vertrouwen komt".
Gerrie: "Voor
de dramatiek heb ik de brandhaarden wat laten oplaaien of het net gebeurd is.
Bij vuur en rook moet ik denken aan roken...vrijwel iedereen rookte en
sigaretten waren in die tijd een belangrijk betaalmiddel".